De motor

Begrippen en enkele basis onderdelen van de motor.




                    1: Inlaatklep
                    2: Inlaatkanaal
                    3: Cilinderkop          
                    4: koelmantel
                    5: motorblok
                    6: nokkenas
                    7: uitlaatklep
                    8: bougie
                    9: uitlaatkanaal
                  10: zuiger
                  11: drijfstang
                  12: kruktap
                  13: krukas
                  14: oliecarter




















Werking 4 slagmotor

Een vierslag motor heeft 4 takten tijdens twee krukas omwentelingen:

  •           De inlaatslag
  •          De compressieslag
  •           De arbeidsslag
  •           De uitlaatslag

Tijdens deze 2 toeren levert deze motor maar 1 maal energie.

De inlaatslag:

Bij deze slag gaat de inlaatklep open.
De zuiger gaat van BDP naar ODP
Lucht brandstof mengsel wordt aangezogen.
De uitlaatklep staat dicht.





De compressieslag:
     
                                           
Bij deze slag staan beide kleppen dicht.
De zuiger gaat van ODP naar BDP
Lucht brandstof mengsel gecomprimeerd.

                                               


De arbeidsslag:
   

Bij deze slag staan beide kleppen dicht.
De zuiger gaat van BDP naar ODP
Lucht brandstof mengsel ontbrand en expandeert in de verbrandingsruimte en drukt de zuiger naar beneden.
 



  
De uitlaatslag:

Bij deze slag gaat de uitlaatklep open.
De zuiger gaat van ODP naar BDP
De verbrande gassen worden naar buiten gedrukt.
De inlaatklep staat dicht.


             

Het verloop van de druk in de cilinder.
Het verloop van de druk zie je in onderstaande figuur. De linkse afbeelding is het theoretisch model met ernaast het praktisch model.



De rode lijn is de atmosferische druk.
P is de druk
V is het volume

1 1)    Bij de inlaat gaat de zuiger van het bovenste dode punt naar het onderste punt waardoor het volume stijgt en er een onderdruk ontstaat in de cilinder die ervoor zorgt dat het gasmengsel de cilinder in kan stromen.
2 2)    Bij de compressieslag gaat de zuiger terug naar boven en drukt het gasmengel samen. Nog tijdens de compressieslag wordt dit mengsel tot ontbranding gebracht.
3 3)    Bij de arbeidsslag wordt de zuiger naar beneden gedrukt waardoor we een volume vergroting krijgen en een snelle druk daling.
4 4)    Tijdens de uitlaatslag gaat de zuiger terug naar het bovenste dode punt waar door de gassen met een overdruk uit de cilinder worden gedrukt.

Het kleppendiagram
Als we het theoretisch verloop van het openen en sluiten van de kleppen bekijken, stellen we vast dat dit steeds gebeurd in het bovenste of onderste dode punt.



Omwille van de traagheid van de in- en uitstromende gassen openen de kleppen vroeger en sluiten we de kleppen later.
       


Inlaat: De inlaatklep openen we voor het bovenste dode punt, door de traagheid van de uitlaatgassen en de drukgolven in de in- en uitlaatkanalen krijgen we een betere cilindervulling.
De inlaatklep sluit na het onderste dode punt, door de stromingsdruk van de inlaatgassen krijgen we zo een betere cilindervulling.


Uitlaat: De uitlaatklep opent al op het einde van de arbeidsslag zodat er al een groot deel van de uitlaatgassen ontsnapt zijn voor het onderste dode punt, waardoor we minder tegendruk op de zuiger hebben in de uitlaatslag.
Doordat de uitlaatklep nog open is in het beging van de inlaat helpen de uitstromende uitlaatgassen om vers mengsel aan te zuigen.

Compressie verhouding, slagvolume en cilinderinhoud

De ruimte boven de zuiger als deze zich in het bovenste dode punt bevind is de compressie ruimte. De diameter van de cilinder wordt de boring genoemd. De ruimte in de cilinder tussen BDP en ODP is het slagvolume.



Voorbeeld:


Het berekenen van de compressieverhouding.
Om de compressieverhouding uit te rekenen hebben we eerst het slagvolume nodig.
Vs = slagvolume
π = 3.1415926…
D = cilinderdiameter
s = slaglengte

Vs= π . D² .s = 3,14 . 5625. 88,3 = 389 899,6875 mm³
       4                    4
of 390 cc
1mm3 = 0.001 cc
1 cc = 1000 mm3


Om cilinderinhoud te weten moeten we het slagvolume vermenigvuldigen met het aantal cilinders.

390cc . 4 = 1560cc
De compressieverhouding geeft aan hoeveel keer het volume van de verbrandingskamer in het slagvolume kan.
de formule om de compressie verhouding te berekenen is:
Compressieverhouding = VS+VC
                                                          
  VC   

Het arbeidsdiagram